Uitstrekken betekent dat je iets verlengt of verbreedt. Het kan ook gebruikt worden om te verwijzen naar het vergroten van de omvang of het bereik van iets. Bijvoorbeeld: “De stad heeft haar grenzen uitgestrekt om meer mensen te kunnen huisvesten.”
Uitstrekken betekent dat je iets verlengt of verbreedt. Het kan ook gebruikt worden om te verwijzen naar het vergroten van de omvang of het bereik van iets. Bijvoorbeeld: “De stad heeft haar grenzen uitgestrekt om meer mensen te kunnen huisvesten.”